Fairtrade aantoonbaar actief op leefbaar loon

Vandaag verscheen op de website van de VRT een artikel met de titel ‘Duurzaamheidskeurmerken helpen de arme landarbeiders amper vooruit’. Het artikel richt zich op de lonen van arbeiders in ontwikkelingslanden ...

Fairtrade mikt op een toekomstbestendig systeem waarbij kleine boeren en arbeiders fatsoenlijk kunnen leven van hun loon. Daartoe zet de organisatie cruciale stappen waarbij de prijs en afzetmarkt een substantiële rol spelen in het gehele proces. Op dat gebied behaalt Fairtrade de eerste resultaten en maakt daarmee wél het verschil op weg naar leefbaar loon.

Op één hoop

In het artikel gaat het niet alleen om Fairtrade, maar ook om labels als Rainforest Alliance en andere varianten. Helaas worden al die systemen op één hoop gegooid, terwijl er grote verschillen bestaan, zoals bijvoorbeeld de gegarandeerde minimumprijs en premie. Fairtrade presteert binnen dat scala van initiatieven relatief goed. SOMO, de onderzoekinstelling waarop het artikel zich vooral baseert, concludeert niet voor niets dat ‘Fairtrade zich hiervoor meer dan andere keurmerken inzet’. SOMO erkent ook de pioniersrol van Fairtrade als het gaat om promotie van vakbondslidmaatschap, trainingen voor collectief onderhandelen, regels op gebied van minimum loon etc.

Minimum loon is niet genoeg

Arbeiders op plantages en kleinschalige boerengemeenschappen maken deel uit van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen ter wereld. Naast de chronische onderinvestering in deze gebieden, zijn ook de grondstofprijzen structureel te laag. En dit terwijl de kosten voor productie blijven stijgen. De prijs voor koffie zit vandaag bijvoorbeeld op een dramatisch dieptepunt van 1 dollar per pond. De Fairtrade producenten krijgen dan een minimumprijs van 1,70 dollar per pond voor biologische koffie, plus een premie van 20 cent. Ook deze prijzen moeten dus hoger, maar vanwege de concurrentiepositie is dat een evenwichtsoefening. Al met al krijgen producenten te weinig om hun personeel meer te betalen.

Labels eisen over het algemeen dat het in dat land geldende minimum salaris wordt betaald. Zo ook Fairtrade, maar een minimum loon is zelden gelijk aan een leefbaar loon, waarbij de boeren kunnen voorzien in normale leefomstandigheden zoals voeding, gezondheidszorg, hygiëne en onderwijs. Daarom zet Fairtrade zich hard in voor een duidelijke stap richting leefbaar loon. Op dat gebied is Fairtrade het label dat in haar standaarden het verst gaat; door continu te koersen op een betere prijs en actief toe te werken naar een leefbaar loon.

Fairtrade zet eerste stappen

In 2012 gaf Fairtrade gerenommeerde loondeskundigen Richard en Martha Anker opdracht een nieuwe methode te ontwikkelen om leefbare inkomens te berekenen en om benchmarks vast te leggen. Deze ‘living income benchmarks’ geven een duidelijk zicht op wat de boerenfamilies in specifieke regio’s zouden moeten verdienen om een fatsoenlijke levensstandaard te kunnen bereiken.

De Fairtrade-standaarden omvatten dan een duidelijk proces voor plantages om vooruitgang te boeken in de richting van het betalen van een leefbaar loon. Het label eist van bedrijven en plantages dat zij jaarlijks de reële lonen verhogen om de kloof met een leefbaar loon voortdurend te dichten. En zolang er nog geen sprake is van een leefbaar loon, zijn de eigenaren verplicht om met hun arbeiders plannen te maken hoe dit op den duur bereikt kan worden.

Afzet bepalend

Uiteraard is het effect van de Fairtrade certificering afhankelijk van de volumes die onder Fairtrade afgezet worden in de markt. Dit is belangrijk omdat de Fairtrade-producenten vandaag slechts een klein deel van hun productie onder Fairtrade-voorwaarden kunnen verkopen. In thee is dat aandeel bijvoorbeeld nog geen 10%. De rest moet worden verkocht onder conventionele marktsvoorwaarden, dus zonder garantie van de minimumprijs en zonder de extra premie die Fairtrade bieden. Daardoor is het effect van een fatsoenlijke prijs en de ontvangen premie op salaris gering.

Een sterke mobilisatie van consumenten, merken en retailers is dus essentieel. Industrie en handel moeten meer betalen om uiteindelijk leefbare lonen te realiseren. Zolang de industrie zich hier niet voor engageert, kan slechts een bescheiden deel van de Fairtrade doelstellingen gerealiseerd worden. Fairtrade richt zich daarom niet alleen op de plantages, maar op alle spelers in de keten. In dat opzicht constateert SOMO terecht dat een label zich moet richten op de gehele handelsrelatie in plaats van eenzijdige focus op de oorsprong van de producten.

Eerste resultaten

Om tot een leefbaar loon te komen neemt Fairtrade het voortouw. Op haar initiatief wordt in steeds meer landen concreet vastgesteld hoe hoog het loon moet zijn om van een leefbaar loon te spreken. Na de vaststelling van zo’n salarisnorm maakt Fairtrade met kopers afspraken om hogere prijzen te betalen en volumes af te nemen die tot betere lonen leiden. Dat heeft inmiddels geleid tot een forse salarisverhoging binnen de hele theesector in Malawi en tot een hoger loon in Ethiopië waar Fairtrade rozen geteeld worden. Fairtrade bananenarbeiders in Colombia en Ecuador zitten intussen ook bijna op een leefbaar loon. Op soortgelijke wijze pakt Fairtrade stap voor stap de andere productcategorieën aan. Dat moet er uiteindelijk toe leiden dat alle arbeiders op Fairtrade gecertificeerde plantages een leefbaar loon ontvangen.

 

Contact: Charles Snoeck

charles@fairtradebelgium.be – 0497 780 241