Honderd jaar later – maken we eindelijk komaf met kinderarbeid?

In 2019 viert de Internationale Arbeidsorganisatie haar honderdste verjaardag. Kinderen beschermen tegen arbeidsuitbuiting stond van meet af aan centraal in het werk van de IAO. Sinds 1919 is weliswaar vooruitgang geboekt, maar vandaag zijn nog altijd 152 miljoen kinderen het slachtoffer van kinderarbeid. 70 procent daarvan werkt in de landbouw.

Hoe is dit mogelijk? Aan verbintenissen is er in elk geval geen gebrek. De internationale gemeenschap heeft zich via de Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN) geëngageerd om kinderarbeid te bannen tegen 2025. Het Verenigd Koninkrijk, Australië, Frankrijk en Nederland hebben wetten gestemd die bedrijven verplichten om kinderarbeid bij hun toeleveranciers aan te pakken. Andere landen zijn van plan om dat voorbeeld te volgen.

Hoe kunnen we die verbintenissen nu omzetten in tastbare resultaten? Kinderarbeid heeft uiteenlopende oorzaken, maar het economische aspect blijft primeren. Zolang gezinnen geen behoorlijk inkomen halen uit hun gewassen en jongeren niet aan fatsoenlijk werk geraken, blijft het moeilijk om die SDG-doelstelling te halen.

Fairtrade zet zich in om boeren en arbeiders aan een behoorlijk inkomen te helpen. Kinder- en dwangarbeid zijn volgens onze standaarden altijd totaal onaanvaardbaar geweest. Mettertijd groeide echter het besef dat enkel standaarden en controles dit diepgewortelde probleem niet zouden oplossen.

Tien jaar geleden stuurden we onze aanpak bij. In 2009 werden we het eerste certificatiesysteem dat het bannen van kinderarbeid aanpakt op basis van mensenrechten, met als belangrijkste doelstelling het beschermen van de kinderen zelf. We spraken met duizenden kinderen en jongeren in Fairtrade-gemeenschappen van producenten over hun opvattingen en behoeften. En we werkten samen met ngo’s, kinderrechtenorganisaties, academische instellingen, bedrijven en overheden om oplossingen te vinden die alle spelers in de productieketen bij elkaar brengen.

Uit de voorbije tien jaar kunnen we vier belangrijke lessen trekken:

Kinderarbeid op boerderijen een halt toeroepen is niet genoeg

Dit jaar is het thema van de Internationale Dag tegen Kinderarbeid: “Kinderen moeten dromen, niet werken op het land”. Absoluut terecht. Maar we moeten ook verder kijken dan werken op het land. Tijdens een recente workshop op de Filipijnen vertelde een jonge dochter van een suikerrietboer dat gendergerelateerd geweld alomtegenwoordig is in haar gemeenschap. Kinderen in en rond Fairtrade-boerengemeenschappen vertellen ons dat ze het slachtoffer werden van misbruik thuis, in het dorp en op school. We kunnen kinderarbeid in de landbouw niet aanpakken zonder op te treden tegen andere oorzaken van misbruik en geweld tegen kinderen en jongeren.  

De aanpak van Fairtrade is gericht op de hele gemeenschap waarin de boeren, arbeiders en hun gezinnen leven. Vandaar ook de naam: Youth Inclusive Community Based Monitoring and Remediation (YICBMR) on Child Labour.

Jongeren en hun gemeenschap moeten de kern vormen van elke oplossing

"De YICBMR-benadering van Fairtrade onthult de vele mogelijke oorzaken van de schending van kinderrechten in die gemeenschappen, en stelt de gemeenschap ook in staat beslissingen te nemen om er iets aan te doen", zegt Franklina Tweneboah Koduah, Young Leader bij een cacaocoöperatieve in Ghana. "Deze aanpak zorgt ervoor dat leden van de gemeenschap zich meer openstellen om hun ervaringen te delen, in plaats van zich te verweren en te proberen om kinderarbeid en andere inbreuken te verdoezelen."

In onze inclusieve benadering van jongeren identificeren kinderen en jongeren zelf de risico’s voor hun welzijn, brengen ze in kaart waar ze zich veilig en onveilig voelen, ook waarom, en geven ze samen met de volwassenen uit de gemeenschap gestalte aan preventieprojecten om het welzijn en de ontwikkeling van kinderen te verbeteren.

Organisaties van producenten in meer dan tien landen hebben deze aanpak getest en lokale gemeenschapsleden, scholen en districtsoverheden ingeschakeld om niet alleen kinderarbeid aan te pakken, maar ook dwangarbeid en gendergerelateerde vormen van geweld. Na de workshop op de Filipijnen heeft een suikerrietcoöperatie bewust gekozen voor de YICBMR-benadering om komaf te maken met gendergerelateerd geweld in hun gemeenschappen. Ook een suikercoöperatieve in Fiji koos onlangs voor onze methode om de strijd aan te binden met zowel kinderarbeid als dwangarbeid voor volwassenen, in het besef dat deze onaanvaardbare praktijken met elkaar verbonden zijn, vooral in landen met een schrijnend tekort aan arbeidskrachten. Producentenorganisaties in onder andere Belize en India blijven de YICBMR-aanpak hanteren om kinderen te beschermen.

We moeten samenwerken met overheden om kinderen op langere termijn te beschermen

Als kinderarbeid wordt vastgesteld op Fairtrade-boerderijen of -plantages, is de bescherming van de kinderen en kwetsbare individuen onze grootste prioriteit. Organisaties van Fairtrade-producenten hebben honderden gevallen van kinderarbeid, mensenhandel en gendergerelateerd geweld gemeld.

Ernstige gevallen worden vertrouwelijk aan overheden gemeld om verder op te volgen. Dit heeft ertoe geleid dat mensenhandelaars die al lang actief waren, werden opgepakt en dat de kinderen hierdoor een nieuwe start konden nemen. Helaas loopt het ook vaak anders.

Ervaring leert ons dat kinderen weghalen uit hun werkomgeving niet altijd betekent dat ze dan veilig zijn. Soms keren ze terug of proberen ze vanuit een overlevingsreflex geld te verdienen op een clandestiene en verdoken manier. Kinderen uit eenoudergezinnen nemen vaak meerdere huishoudelijke klussen op, of zorgen in plaats daarvan voor broers en zussen of grootouders. Zo vertelde ons een 16-jarige jongen: "Ik was aan het werk en verdiende wat geld, zodat ik mijn studies kon betalen. Mijn ouders kunnen het zich niet veroorloven om boeken of schoenen voor me te kopen. Nu werk ik nog steeds voor de kip en de geiten thuis, maar ik verdien geen geld en kan niet naar school.”

Fairtrade is een gesprek aangegaan met de IAO, overheidsinstellingen en de spelers in de productieketen om innovatieve landbouwprojecten te ondersteunen voor jongeren van 16 tot 18 jaar die uit gevaarlijke arbeidsomstandigheden zijn weggehaald. Dergelijke projecten laten ons zien hoe die jongeren geld kunnen verdienen met projecten die wél geschikt voor hen zijn.

Elke schakel in de productieketen moet meehelpen

Naast onze samenwerking met ngo's en overheden brengen we bedrijven en producenten samen, om rechtstreeks te investeren in het afbouwen van kinderarbeid in de gemeenschappen waarvan zij Fairtrade-grondstoffen kopen. Het hoofdstuk over vrijwillige best practices in de Trader Standard van Fairtrade moedigt dit ook aan. Dit heeft enkele positieve samenwerkingsverbanden en resultaten opgeleverd - nu moeten meer bedrijven dit voorbeeld volgen.

We kunnen hier allemaal een rol in spelen. Iedereen is in staat dingen te veranderen door te kiezen wat hij koopt. Een grotere vraag creëren naar duurzame en ethisch gefabriceerde producten zal bedrijven ertoe aanzetten om beter te doen. Net als belangenbehartiging en regelgeving.

Kinderen en jongeren, waar ook ter wereld, dromen van een leven zonder geweld en misbruik. Die droom moet een basisrecht zijn. Laten we niet nog een eeuw wachten, of zelfs nog maar een decennium, om dit waar te maken.