Het leven is meer dan kinderen krijgen en tortilla’s maken

Astrid Vreys vertelt over haar werk met vrouwen voor ngo Trias als regionaal directeur Centraal-Amerika. Ze beschrijft hoe trainingen over zelfbewustwording en leiderschap (empowerment) voor onder meer vrouwen in Fairtrade-producentengroepen verandering brengen in landen waar machismo en geweld van mannen naar vrouwen maar al te vaak de regel zijn.

“Ik heb hier geleerd dat ik iemand ben. Ik heb hier geleerd eerst naar mijzelf te kijken en van daaruit naar anderen.”  Deze woorden fluisterde een Guatemalteekse vrouw mij enkele weken geleden toe, toen ze me bedankte voor het diploma dat ik haar uitreikte, na afloop van een week leiderschapstraining. Het pakte me, want het kwam uit de mond van een vrouw die door haar omgeving doorgaans even belangrijk wordt geacht als de stoof in haar keuken. Het pakte me ook, omdat een week training haar tot zo’n reflectie had gebracht. 

Aan het woord is Astrid Veys. Ze woont en werkt al 20 jaar in El Salvador. Momenteel leidt ze als regiodirecteur van de Belgische ngo Trias een team van tien medewerkers. Via trainingen en coaching begeleiden ze tal van Fairtrade-producentengroepen in Guatemala en El Salvador. Samen met de Fairtrade-koepelbeweging en drie andere lokale partners werkten ze een methodologie uit waarbij de focus ligt op inclusiviteit en gender. Astrid is heel stellig: “Als we hier in Centraal-Amerika blind blijven voor de genderproblematiek, dan mogen onze ontwikkelingsprogramma’s nog zo goed zijn, dan zijn we geen duurzame ontwikkeling aan het promoten.”

Economische autonomie

Onlangs ging de Belgische ambassadeur hier in El Salvador langs bij een coöperatie. Op het einde van dat bezoek stond een van de oudste mannen recht. Hij vroeg of hij nog iets mocht toevoegen. “Ik ben al tientallen jaren lid van de coöperatie en ik ben daar altijd trots op geweest”, sprak hij. “Maar nu ben ik naar een training voor mannen geweest. Eigenlijk besef ik nu pas wat het woord respect betekent. Ik wil een andere man zijn, maar ik ben oud en ik ga niet veel meer veranderen. Maar ik wil dat mijn kinderen en kleinkinderen anders zijn. Ze gaan veel gelukkiger zijn.” 

Neem nu koffie. Dat is zogezegd een mannenketen. Maar als je bekijkt hoeveel vrouwenarbeid er in elke stap zit, dan is dat gigantisch veel. Al die vrouwen verdienen daar vaak niets aan. Ze hebben geen controle over de opbrengsten, omdat ze geen eigenaar zijn van de grond en lidmaatschap van de coöperatie daarop gebaseerd is. Daarom is het essentieel dat vrouwen economische autonomie verwerven. Daarin geloven wij met Trias heel sterk. Pas wanneer zij hun eigen inkomsten beheren, winnen zij aan zelfvertrouwen en komen zij in een positie waarin ze beslissingen kunnen nemen voor zichzelf of voor hun kinderen.

Machismo en geweld

Daarnaast is er in Centraal-Amerika heel veel interfamiliaal geweld. Dat wordt al te makkelijk als een cultureel gegeven weggezet, maar ik heb nog geen enkele vrouw horen zeggen dat ze het oké vindt dat ze geslagen wordt. Gewelddadig machismo is een patroon waarin kinderen opgroeien. Zeker op het platteland, waar meisjes soms niet naar school gaan en opgroeien om kinderen te krijgen en tortilla’s te maken. Maar het zit overal. Ik zie het rondom mij, in kringen waar ik het niet zou verwachten. Vorig jaar hadden we een uitwisseling via YOUCA, waarbij 12 Salvadoreense jongeren uit eerder welstellende kringen naar België mochten. Sommige jongens kwamen totaal gedesoriënteerd terug. “Vaders kunnen ook lief zijn voor hun kinderen”, hadden ze in hun Belgisch gastgezin ontdekt. Dat zegt alles over wat ze nooit gehad hebben. Anderen vertelden dat ze hun moeder nu nog meer waarderen, omdat zij al die jaren alleen voor hun opvoeding instond.

Versterkende effecten

Omwille van die economische afhankelijkheid en dat interfamiliale geweld heeft onze methodologie een dubbel luik. Aan de ene kant zijn er trainingen voor mannen en vrouwen apart, rond rolpatronen, respect en geweld. Vrouwen zijn na zo’n training vaak niet meer te houden, zij willen dat aan iedereen doorgeven. Voor mannen is het veel moeilijker, want als zij te openlijk etaleren dat ze veranderd zijn, lacht heel hun omgeving hen uit. Als tweede luik is er het institutionele proces binnen een coöperatie. Het gaat om het geleidelijk veranderen van de organisatiecultuur, bijvoorbeeld rond het lidmaatschap van vrouwen of hun aanwezigheid in bestuursorganen. Soms werken er evenveel vrouwen als mannen in een coöperatie, maar zijn alle vrouwen secretaresse of poetsvrouw. Het is bewezen dat gemengde teams betere beslissingen nemen, het is die stap die ze moeten durven zetten. Tegelijk is het belangrijk dat dit proces een dwingende agenda krijgt, zodat het niet ondergesneeuwd raakt bij de eerste beste crisis die opduikt. Samengevat: wij kunnen als externe begeleider van zo’n proces de wereld niet veranderen, maar wij kunnen het leven van mensen wel veranderen. En als we willen dat dit op een duurzame manier gebeurt, dat moeten we het doen door zowel met organisaties als met mensen te werken. Pas dan krijg je versterkende effecten.

Positief leiderschap

Met Fairtrade-producentengroepen is het vaak aangenaam werken. Je merkt een gedeelde visie, waarbij solidariteit en herverdeling al een plaats hebben, en dat niet alleen op de kantoren van de coöperatie, maar ook bij de boeren en boerinnen in de dorpen. In onze trainingen gaan wij op zoek naar vrouwen die leiderschap in zich hebben. Vrouwen die daar achteraf iets mee doen, die je niet meer kan tegenhouden, ook al kan hen dat veel problemen opleveren in hun gezin en in hun omgeving. Voor die vrouwen is het cruciaal dat ze een coöperatie achter zich hebben waar ze bij elkaar kunnen komen en hun verhalen kunnen delen. Recent ging ik op bezoek bij zo’n sterke vrouw. Ze zat in een van de eerste Fairtrade-groepen die we getraind hebben. Ik ken haar goed en we spraken af in haar huis op het platteland. We waren nog niet binnen of ze begon al te vertellen: “Dit is de plek waar mijn moeder zelfmoord gepleegd heeft, omdat ze er genoeg van had om mijn vaders gedrag te aanvaarden.”  Ik was helemaal niet voorbereid op haar intrieste verhaal, dat zelfs in het slechtste filmscenario er ver over zou geweest zijn. De leiderschapskwaliteiten die ik zo in haar waardeer, kwamen dus vanuit een extreem negatieve ervaring. “Dat is wat ik geleerd heb tijdens de trainingen”, vertelde ze mij. “Dat ik niet altijd zo hard moet zijn, dat niet iedereen tegen mij is en dat ik me niet altijd hoef te verdedigen. Dat je ook op een positieve manier een leider kan zijn in je gemeenschap.