Geschokt, maar niet verrast

Fairtrade reageert op berichten over wijdverspreide kinderarbeid in de West-Afrikaanse cacaoindustrie.

De beweringen in een door het Amerikaanse ministerie van Arbeid gefinancierd rapport dat meer dan twee miljoen kinderen op cacaoboerderijen in heel West-Afrika werken, zijn schokkend, maar niet verrassend. Voor organisaties zoals Fairtrade, die zich al vele jaren inzetten voor het elimineren van het probleem, toont de studie nog maar eens aan dat een leefbaar inkomen voor cacaoboeren en -arbeiders hoogdringend is.

Het rapport, dat door Fairtrade werd ingekeken en naar verwachting binnenkort zal worden gepubliceerd, onthult het wijdverspreide gebruik van kinderen in onaanvaardbare arbeidspraktijken, waaronder het verbouwen, oogsten en produceren van cacao, in de West-Afrikaanse cacaoindustrie. Hoewel de cijfers schokkend zijn, komen ze helaas niet als een verrassing. Maar gezien het feit dat campagnevoerders en maatschappelijke organisaties zich al vele jaren inzetten voor het bannen van kinderarbeid in de toeleveringsketens van cacao, is het legitiem om de vraag te stellen waarom dit nog steeds voorkomt.

Het antwoord is complex. Arbeidstekorten, lage lonen voor seizoenarbeiders en migrerende werknemers, slechte arbeidsomstandigheden, zwakke arbeidsinspectieregimes van de overheid, gebrek aan onderwijskansen en onveilige scholen, en een ongelijke inkomensverdeling tussen de leden van het huishouden - samen met conflicten en armoede in de omringende landen - dragen allemaal bij aan kinderarbeid in de cacaosector. Daar komt nog bij dat de extra gezondheids- en economische gevolgen van COVID-19, verergerd door het gebrek aan kinderopvang als gevolg van de sluiting van scholen in de gemeenschap, ouders vaak dwingen om hun kinderen mee te nemen naar het veld.

In 2010 was Fairtrade de eerste organisatie die kinderhandel voor arbeidspraktijken op gecertificeerde boerderijen in West-Afrika in het openbaar bekend maakte. Die vaststelling kwam als resultaat uit audits van de onafhankelijke, ISO 65-geaccrediteerde auditor, FLOCERT. Een decennium later, wanneer COVID-19 door heel Afrika trok, waarschuwde Fairtrade voor een waarschijnlijke piek in gevallen van kinderarbeid in cacaoteeltgebieden als gevolg van bewegingsbeperkingen en de sluiting van scholen. Zoals Anne-Marie Yao, regionale cacaomanager voor Fairtrade Afrika, in april van dit jaar aan persagentschap Reuters zei: "In normale omstandigheden zijn kinderen al bijzonder kwetsbaar, en nu gaan ze niet naar school. We hebben geen toegang tot die dorpen, we weten niet precies wat er gebeurt, en we weten dat dit de oogstperiode in het midden van het seizoen is".

"We weten dat wanneer boeren in de (extreme) armoedeval belanden, ze het zich niet kunnen veroorloven om te investeren in efficiëntere of productievere landbouwmethoden om hun inkomen te verbeteren", aldus Dario Soto Abril, CEO van Fairtrade International. "Sommigen wenden zich dan tot het illegaal kappen van bossen of het verbouwen van illegale gewassen in een poging om meer te verdienen. Ze kunnen hun werknemers geen fatsoenlijk loon betalen, of erger nog, ze kunnen hun toevlucht nemen tot het gebruik van kinderen voor goedkope arbeidskrachten".

Fairtrade voert campagne voor een leefbaar inkomen voor zelfstandige boeren en een leefbaar loon voor arbeiders. Een fatsoenlijke levensstandaard - een levensstandaard die de basisbehoeften dekt en een menswaardig bestaan ondersteunt - is een mensenrecht. Voor Fairtrade producenten en arbeiders betekent dat dat ze zich een voedzaam dieet, schoon water, fatsoenlijke huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en andere essentiële behoeften voor zichzelf en hun gezinnen moeten kunnen veroorloven - plus een extra’tje voor noodgevallen en spaargeld.

In het kader van onze ambitie om een leefbaar inkomen voor de cacaoboeren mogelijk te maken heeft Fairtrade in oktober 2019 haar gegarandeerde minimumprijs en premie met 20 procent verhoogd in Ghana en Ivoorkust. Helaas laten de voorlopige cijfers een daling zien van 11 procent in de Ivoriaanse Fairtrade cacaoverkoop, als gevolg van de prijsstijging.

"Deze daling in verkoop herinnert ons sterk aan de realiteit waarmee we geconfronteerd worden", aldus Soto Abril. "Het vermogen van Fairtrade om het probleem van kinderarbeid en armoede in de cacao aan te pakken houdt rechtstreeks verband met de hoeveelheid cacao die aan Fairtrade voorwaarden kan verkocht worden. Uit onze gegevens blijkt dat momenteel minder dan vijf procent van de wereldwijd verkochte cacao - en ongeveer acht procent uit Ivoorkust - tegen Fairtradevoorwaarden wordt verkocht. Dat betekent dat zelfs gecertificeerde producenten niet al hun gewassen kunnen verkopen aan Fairtrade voorwaarden, wat betekent dat ze niet voor al hun cacao een betere prijs ontvangen. Het gevolg hiervan is dat meer dan de helft van de gecertificeerde producenten nog steeds in extreme armoede leeft."

Fairtrade kan deze problemen niet alléén oplossen, maar we kunnen ook niet wachten tot de cacao- en chocolademerken zich ertoe verbinden de producenten een eerlijke prijs te betalen en de schendingen van de mensenrechten in hun toeleveringsketens aan te pakken. We ondernemen op verschillende fronten actie om de kwetsbaren te beschermen en tegelijkertijd te blijven pleiten voor eerlijke prijzen voor de producenten.

Handelen om te beschermen

Hoewel de Fairtrade standaarden kinderarbeid strikt verbieden, kunnen inspecties ter plaatse niet dagelijks plaatsvinden. Door de situatie van extreme armoede kan geen enkel certificeringssysteem een 100 procent garantie bieden dat een product vrij is van kinderarbeid. Daarom is het van groot belang om samen met bedrijven en producentenorganisaties betere systemen uit te werken.

In een studie in 2018 in opdracht van Coca Cola concludeerden de onafhankelijke onderzoekers dat "bedrijfshulpmiddelen zoals de ‘Right to Know’ en het beschermingsbeleid van (Fairtrade gecertificeerde) producentenorganisaties zoals ‘Act to Protect’ innovatief zijn en samen kunnen bijdragen aan de inspanningen om kinderarbeid uit te bannen...".

Fairtrade engageert zich ook om onmiddellijk actie te nemen om het getroffen kind of de getroffen kinderen te beschermen, als wij of anderen inbreuken vinden op de standaarden inzake kinderarbeid. Als er sprake is van kinderarbeid, voeren de opgeleide medewerkers van Fairtrade meteen een evaluatie uit. Als kinderarbeid wordt bevestigd of als er sprake is van een hoog risico, rapporteren we dit aan de nationale beschermingsinstantie van de overheid voor follow-up. 

Preventie, monitoring en herstel

In die landen en toeleveringsketens waar kinderarbeid een gekend probleem is - zoals in West-Afrika - werkt Fairtrade samen met producentenorganisaties, boeren en actoren in de toeleveringsketen om het risico te beperken, in plaats van zich alleen te richten op audits, naleving en sancties. Fairtrade Producer Networks bieden trainings en ondersteuning bij de implementatie van op de gemeenschap gebaseerde monitoring- en saneringssystemen, zoals Fairtrade's Youth Inclusive Community Based Monitoring and Remediation System for Child Labour.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Vrijwillige certificeringssystemen alleen kunnen de omvang van het probleem van kinderarbeid in de West-Afrikaanse cacaoproductie niet aanpakken. Het is essentieel dat alle betrokken consumenten, regeringen, maatschappelijke organisaties en bedrijven samenwerken om de vooruitgang te monitoren en constructief te werken aan duurzame landbouwgemeenschappen en toeleveringsketens die alle mensenrechten respecteren.

Bedrijven moeten hun waardeketenmodellen aanpassen om ervoor te zorgen dat producenten een eerlijke prijs krijgen voor hun oogst en niet - zoals vaak het geval is - het minst worden betaald om het zwaarste werk te doen. Net zo kritisch is het dat wanneer kinderarbeid wordt vastgesteld, bedrijven samen moeten werken en gezamenlijk de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het oplossen van het probleem, in plaats van producentenorganisaties te laten vallen als een knieval voor hun eigen bedrijfsreputatie.

Overheden zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor dat de wetten inzake kinderarbeid in hun rechtsgebied worden uitgevoerd, of dit nu in de landen is die cacao produceren, verwerken en/of produceren tot chocolade. 

Vrijwillige certificeringen zoals Fairtrade moeten bedrijven ter verantwoording blijven roepen door middel van audits. Ze moeten een krachtig pleidooi houden voor producenten en helpen hun stem te laten horen, en tegelijkertijd het bewustzijn van de consument over mensenrechtenkwesties vergroten.

Consumenten moeten op hun beurt verantwoording vragen aan chocolademerken en detailhandelaren en producten kopen die in overeenstemming zijn met hun waarden.

Niet elke Fairtrade criticus en stakeholder zal tevreden zijn met de oplossingen die we voorstellen of de snelheid van onze vooruitgang. Toch zullen we blijven samenwerken met bedrijven en organisaties die het serieus menen met het eerlijk betalen van werknemers en boeren, het beëindigen van mensenrechtenschendingen en het bepleiten van wetten die eerlijke handel tot de norm maken in plaats van tot de uitzondering. We denken dat dat fair is.