Wie chocolade zegt, zegt cacao
Iedereen weet: zonder cacao is er geen chocolade. Het telen van cacao is een zware taak, eentje die veel aandacht en doorzettingsvermogen vraagt. De cacaoplant is fragiel en eist dagelijkse zorg. En de oogst ervan vergt een stevige fysieke inspanning. Het proces van drogen, sorteren en fermenteren – wat cacao zijn unieke aroma bezorgt – is het resultaat van de knowhow van de producenten.
Een heel universum aan vaardigheden in de chocoladeketen dus, en elk van hen verdient het om daarvoor eerlijk beloond te worden.
In België houden we van chocolade
Ongeveer 700.000 ton chocolade, zoveel wordt er elk jaar in ons land geproduceerd. Om dat voor elkaar te krijgen, heb je cacaobonen nodig. Véél cacaobonen. Voornamelijk uit West-Afrika. Bijnadrie vierde van alle cacao die we consumeren in België komt uit deze regio, en meer bepaald uit Ivoorkust en Ghana. Cacao wordt er hoofdzakelijk verbouwd op kleinschalige familieplantages. Ongeveer 1,5 tot 2 miljoen mensen zijn er afhankelijk van het verbouwen en verkopen van cacao om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Vaak is het hun enige bron van inkomsten, en is het geen winstgevende onderneming. Op de wereldmarkt staat er geen grens op het fluctueren van de prijzen van cacao: dat betekent dat die prijzen kunnen variëren – zoals in 2017 - tot onder de productiekosten. Cacaoboeren zijn kwetsbaar, omdat ze het grootste deel van het risico van deze prijsschommelingen moeten dragen. Het is vaak deze kwetsbaarheid die hen in een situatie van extreme armoede drijft. En het is precies deze armoede die aan de grond ligt van dramatische ontwikkelingen, zoals slavernij, kinderarbeid en massale ontbossing.